De voornaamste van de zondaren – n.a.v. 1 Timotheüs 1: 12-17

Ik heb eens op Urk twee jongetjes zien voetballen. Ineens zei de ene een bijzonder grove vloek. Ik vroeg: weten jullie wel wat dat betekent? Toen ik het uitlegde, zeiden ze: “dat wisten we helemaal niet… Wij hebben het ook maar gehoord van het stoutste jongetje van onze klas.” Zo iemand kennen wij wellicht allemaal uit ons verleden: het stoutste jongetje van de klas… Terwijl… Weten jullie wat het is met het stoutste jongetje van de klas? Misschien zou juist hij de meeste liefde nodig hebben. In plaats van dat elke vinger naar hem wijst, zou misschien als er liefde naar hem toe kwam, zijn vingertje ook naar zichzelf wijzen: ‘ik ben ook niet de liefste geweest voor iedereen’.

Dat wat kinderen in de klas in het klein meemaken… maken wij in de maatschappij in het groot mee. Er zijn mensen over wie er bijna unaniem gezegd wordt: ze zijn de ergste van de ergen… Namen zoals Hitler en Stalin worden dan vaak genoemd of (afhankelijk van wie je vraagt) Poetin of Soros. Maar het zijn altijd anderen die deze label op iemand anders plakken. Nooit de mensen zelf.

Maar in 1 Timotheüs 1 vinden wij daar wel een voorbeeld voor. Paulus noemt zich ‘de voornaamste onder de zondaaars’. 

1 Timotheüs 1:12 En ik dank Hem Die mij kracht gegeven heeft, namelijk Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij trouw geacht heeft, toen Hij mij een plaats gaf in de bediening. Paulus heeft het hier aan het begin van zijn brief over zijn roeping als apostel, wat op een ongelooflijke, onwaarschijnlijke wijze gebeurde. Want Paulus wás vroeger Saulus… Jood, Farizeeër, leerling van Gamaliel, en vervolger van de gemeente van Christus. Saulus was misschien wel het braafste jongetje van de klas van de Farizeeën, maar beslist niet van de klas van de volgers van Christus.

En hier is er een bijzonder gedachte wat Paulus zegt over zijn roeping… ‘de Heere heeft mij trouw geacht’. Let wel… Hij zegt niet… Ik heb mijn trouw bewezen, Jezus heeft hem geroepen nog voordat hij dat had kunnen doen. Wij mensen, zouden dat niet kunnen. Bij onder is er een groot verschil tussen vergeven aan elkaar en verzoenen met elkaar. Vergeving is een besluit… Het loslaten van schuld van de ander. Het tweede is een proces van herstel. Het weer helen van relaties, het weer opbouwen van vertrouwen duurt wat langer, heeft tijd nodig.

En iets soortgelijks gebeurt bij Paulus ook. Al was het een godswonder dat hij door de genade van Christus werd aangegrepen, had het misschien te vroeg geweest om gelijk te beginnen aan zijn dienst aan het Woord. Daarom zijn er volgens de overlevering na de bekering van Paulus en zijn eerste zendingsreis zo’n 14 jaar vergaan, waarin hij des te meer het Woord van God leerde begrijpen.

1: 13Maar mij is barmhartigheid bewezen, omdat ik het in onwetendheid gedaan heb, in ongeloof.

Maar Paulus beroept zich op onwetendheid. Daarvan zou je kunnen afleiden dat Paulus hier zegt… ‘Al heb ik er wel van gehoord wat die Christenen zeggen… Ik heb de Heere niet zelf ontmoet… Tot die weg naar Damascus…’

Als Paulus zelfs dan, na de weg naar Damascus en zelfs nadat Ananias bij hem kwam had gezegd: ‘ik denk niet dat dit echt is…: Dat was de zonde tegen de Heilige Geest geweest, waarvoor er geen vergeving is. Maar….

1: 14. De genade van onze Heere is echter zeer overvloedig geweest, met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus.

De overvloed van Gods genade. Wanneer je beker overvloeit… Wanneer je meer krijgt dan je verdient. Wanneer je aangesproken wordt… ‘ik ben Jezus, die jij vervolgt… ik ben die liefde Gods tegen wie jij aanschopt…’ Als je dit hoort, dan beschaamt het je…

Genade laat je zonden nóg pijnlijker worden. Als je genade ontvangt, wordt je schuld juist des te groter? En dat is een goed teken, denk ik. En teken van echt berouw. Genade is: je verdient een klap, maar je krijgt een zoen. Maar wat is je reactie daarop?… Als je alleen maar van je straf af wilt komen, dan zeg je: phieuw… Dat dat viel hartstikke mee… Waar heb ik me druk om gemaakt? Maar als je echt berouw hebt… Dan begint die zoen van de ander… te branden op je wang… En steeds meer besef je… Ik verdien dit helemaal niet. En in plaats van te zeggen…”pfieuw…. Daar ben ik goed van af gekomen”, word je gericht op de goedheid, de genade van de ander. Je beseft wat het voor de ander kost om je te vergeven.

In geestelijk opzicht is het des te meer zo…. Als je genade van Christus je laat zegen: oh, gelukkig! Dat komt mooi uit…. Dan begrijp je niet echt veel van deze genade. Maar als het je richt op dat kruis van Christus, dan besef je echt wat het hem gekost heeft: het leven.

1: 15. Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben.

“De voornaamste van zondaren.” Zien jullie dat de genade van Christus bij Paulus de orde van zijn denken heeft veranderd? Hij is van braafste jongetje van de Farizeeër-klas geworden tot stoutste jongetje van de kerk van Christus. 

Dit is het tegenovergestelde van hoe wij de Farizeeën leren kennen uit de woorden van Jezus. Daar staat de Farizeeër voorin in de tempel, kijkt naar de tollenaar achter hem en zegt… Phieuw. Dank u, Heere… Ik had het veel erger kunnen treffen… ik had bijvoorbeeld ook kunnen zijn als die tollenaar hier achter mij… Hij ging zich vergelijken met anderen…

En dan heb je de tollenaar die achterin in de tempel staat, niet met trots maar met berouw, en op zijn borst slaat: God, wees mij arme zondaar genadig. – Hij vergelijkt zich niet met een ander mens… want altijd is er wel iemand aan te wijzen die het slechter doet dan jij… noem die namen maar op van het begin… maar hij vergelijkt zichzelf tot de heiligheid en heerlijkheid van God.

En het wonderbaarlijke van het evangelie is… – en jou… zondaar, die daar helemaal achterin staat door het verscheurde voorhangsel van de tempel brengt tot de heerlijkheid van Gods genadetroon. En wat nog bijzonderder is: zélfs voor de Farizeeër is er hoop… Paulus getuigt daarvan… Maar die weg naar voren leidt toch door de achterste rij… Het worden tot het stoutste jongetje van de klas… de voornaamste van de zondaren. 

1: 16. Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste van de zondaars, al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven.

Paulus wordt tot een voorbeeld voor Gods geduld en genade.

En ziet u hoe het evangelie onze harten wil veranderen? Zodat wij niet meer zeggen: – nou, als het voor die is… dat slechtste jongetje van onze klas… dan is het vast ook voor mij… maar juist andersom: maar Hij laat ons zien, dat die slechtste jongen van de klas… wij zelf zijn… – en omdat hij ons in genade aanneemt… – kunnen wij dan gunnend getuigen… – als het ook aan mij isis het vast ook voor jou…

Gemeente… dit is een betrouwbaar woord… laat u toch door de Heilige Geest overtuigen, en verzet u niet tegen de genade aan ons bewezen door Jezus Christus… maar ontvang het met een ootmoed en dank: tot behoud van uw eigen ziel, als voorbeeld voor uw broeder en zuster… en al dit – tot eer van God onze Vader… 

17. De Koning nu der eeuwen, de onvergankelijke, de onzichtbare, de alleen wijze God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

Nederlandse samenvatting van een preek van Csongor A. Kelemen, verkondigd te Zwolle, op 13 november 2022