Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug.

Text: Joh. 14,18

Gemeente van onze Heere Jezus Christus!

Laten we bij deze feestelijke dienst teruggaan tot de bijbelse wortels. Het woord pinkster is een deel van de Griekse term pentekoste, dat is, de vijftigste dag; Het was de naam van het tweede grote jaarfeest, waarop de eerstelingen van de vruchten geofferd werden.

Het allereerste Pinksterfeest, de geboortedag van de kerk, viel op de vijftigste dag na Pascha. Pascha was ingesteld in de nacht, voordat Israël verlost werd uit Egypte.

Dit feest stond dus in het teken van dankbaarheid voor de oogst, en in het teken van de verlossing.

Ooit, na vijftig dagen bij de Horeb, openbaarde de getrouwe Verbondsgod Zich aan zijn volk. Hij maakte daar bekend, hoe Hij gediend wil worden, en gaf Zijn heilige wet.

En nu, in de lijn met de heilsgeschiedenis, gaat de Heere, vijftig dagen na het volbrachte verlossingswerk op Golgotha, opnieuw zijn wet geven.

Het is de Heilige Geest, aan wie het werk van heiligmaking wordt toegeschreven.

Met Pinksteren vindt er een ‘explosie’ van Gods kracht plaats. Naar aanleiding van de preek van Petrus kwamen duizenden tot geloof in Jezus Christus en ze beleden zijn naam en werden gedoopt (Handelingen 2). De Geest verandert, vernieuwt, vertroost en versterkt mensenharten in de naam van Christus. De Geest sticht ware gemeenschap!

God schrijft zijn wet niet meer in stenen tafelen, zoals op de Horeb, maar in het hart door de werking van zijn Woord en Geest. Daarom waren er ook weer die tekenen: wind en vuur.

Het is de Geest, die Christus deed verkondigen in alle talen van al die drieduizend pinksterlingen. Zo wordt het werkelijk Pinksteren!

Is het u weleens opgevallen dat er in Handelingen 2 staat: ‘zij die zijn woord met vreugde aannamen’ (vers 41)? Deze vreugde kan als emotie volgen wanneer er opluchting is na eerder ervaren verdrukking. Het is niet voor niets dat de Geest van God, die op Christus wijst, de Trooster wordt genoemd (Johannes 15:26) ….

In een lied van Huub Ooosterhuis vinden wij innig verwoord, hoe Gods eeuwigheid een vertrouwde basis blijft onder alle tijden die wij doormaken:

 „Als alles is volbracht / zal Hij voor ons een stad/ van brood en spelen zijn./ De stok die ons regeert, de dood zal zijn gekeerd,/ wij zullen mensen zijn./ Hij geeft een nieuw gezicht aan duisternis en licht/ aan alles wat wij deden./ Hij maakt zijn woorden waar, wij spreken met elkaar/ een taal van hoop en vrede.( Lied 689 uit het Liedboek)…

Tot die tijd, tot de wederkomst van Christus, zal de Geest ons leiden in de Waarheid. Dat botst met de wereld – op allerlei manieren… De geest van de afgrond vult ons met hang naar spullen, die rotten en roesten in het hier en nu. De Heilige Geest wil dat wij schatten verzamelen in de hemel.

In de wereld om ons heen zul je de kennis van de Geest niet zo gauw tegenkomen. De wereld kan Hem niet ontvangen. Maar hier, in de gemeente wordt de kennis van de Geest gevonden… Trooster is Zijn naam, Geest van de waarheid. Troost kan ook doorgegeven worden. Iemand die hulp nodig heeft, terzijde staan, soms heel eenvoudig: Je komt thuis met boodschappen, je bent moe, iemand helpt je. Of je moet huiswerk maken, het is moeilijk en iemand legt het uit. Een trooster helpt in oorlogstijden. Een trooster bidt voor je.

Het geluk is, dat deze Trooster laat weten, dat Jezus je kent. Hij is nabij in dit leven, waar het botst en schuurt. Hij neemt het voor je op……

Ik citeer nu de eerste vraag en antwoord van de Heidelbergse Catechismus:

’Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven?
Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, niet mijzelf toebehoor, maar mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus. Met zijn kostbaar bloed heeft Hij voor al mijn zonden volkomen voldaan en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost. Hij bewaart mij zo dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd kan vallen, ja ook dat alle dingen mij tot mijn heil moeten dienen. Daarom verzekert Hij mij ook door zijn Heilige Geest van het eeuwige leven en maakt mij van harte gewillig en bereid om voortaan Hem toegewijd te leven.’

Geemeente, ik ben ervan overtuigd, dat dit antwoord alles omvat.

De kennis van deze troost konden wij als schild, goed gebruiken tijdens de atheïstische -communistische dictatuur. Maar ook in de kerk en de wereld van nu mag deze kennis, deze troost, onze leidraad zijn.

„Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug. Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer; gij echter zult Mij zien, want ik leef en ook gij zult leven.”

Dit evangelie is geschreven voor de jonge kerk. Maar ook geldig voor ons. Want de kerk is altijd jong, al zou je dat niet zeggen als je ziet wat voor ogen is. Maar de kerk is jong, omdat ze elke zondag opnieuw mag beginnen.

Wij zijn niet veel anders dan die eerste generaties, ook wij zijn ‘achterblijvers’, dat wil zeggen: mensen die het zonder de lijfelijke aanwezigheid van de Heer moeten doen.

Wij zijn achterblijvers, Hij heeft ons verlaten, maar … we zijn niet alleen.

Deze situatie is karakteristiek voor de kerk, de tussentijd, die speciaal gevoeld wordt op deze ene zondag in het jaar, de Wezenzondag.

De tijd tussen Hemelvaart en Pinksteren, als momenten in de tijd, als kwalificaties van de tijd is precies de situatie, die de context van de kerk is in alle eeuwen en op alle plaatsen: dat wij achtergebleven zijn, en dat het nu aan ons is:

Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden‘ horen we.

Alles staat of valt met de liefde. Zeker bij Johannes is dat een centraal gegeven, in dit evangelie en in zijn brieven. Jezus heeft gesproken over een ‘nieuw’ gebod:

Heb elkaar lief (13: 34). Uiteindelijk moet dat de maatstaf zijn voor hoe mensen met elkaar omgaan, in kerk en wereld.

Vreest niet! De Geest, de Trooster gaat niet weg. Hij blijft bij u. Hij is voor altijd beloofd! Tot Jezus terugkomt. De Geest is bij de gemeente. Dat belooft Jezus. Steun daarop! Laten we uitzien naar een steeds rijke werking van de Geest om op een dag Jezus te ontmoeten en te begroeten….

Wees niet bang, maar bewonder Gods grote daden in de wisselende tijden, God is getrouw, zijn plannen falen niet Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen /Die ‘t heden kent, de toekomst overziet/Laat van Zijn woorden geen ter aarde vallen/En ‘t werk der eeuwen dat zijn Geest omspant/Volvoert Zijn hand. Dit is onze Pinkster-hoop.

Amen.

Vertaling van een preek van Hermán M. János, verkondigd te Zwolle, op 28 april 2023. Vertaald door Hannie Herman Mostert.