Tekst: Joh. 10:11 God wil ons gebruiken…
Gemeente van Onze Heere Jezus Christus! Broeders en zusters!
Bij een jaarwisseling herinneren we ons de woorden van Hebreeën 13,8:
“Jezus Christus blijft dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!“
Aan het begin van dit nieuwe jaar wensten wij elkaar veel heil en zegen! Deze belangrijke wensen kunnen we vertalen naar ons dagelijkse gebedsleven: “Hemelse Vader, wij bidden U, bewaar ons leven, wij bidden om arbeiders in de kerk en andere zendingsgebieden.
De tijd is voorbij, dat wij op automatische manier aan onszelf denken en aan verre landen, waar ’heidenen’ wonen. Het is duidelijk, dat het delen van heil vreugde geeft, doel in het leven. Door de secularisatie is ook Europa zendingsveld geworden, dus we hebben genoeg werk op eigen terrein, om Gods zegen te verkondigen. Gods beloftes van heil en zegen zijn niet veranderd, immers Jezus Christus blijft dezelfde gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid: Laten wij oprechte zegengroeten uitspreken en werken in die geest…
Gemeente, als wij grondig rondkijken wordt het duidelijk, dat Christus buiten ons nog vele andere schapen heeft die deel willen hebben in het heil en de zegen. “Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapstal zijn…” Deze tekst krijgt in onze tijd oecumenische betekenis. Daarom is het goed om te bidden, dat wij onze buitenkerkelijke naasten liefhebben: zij zijn ook schapen!
Als christenen hun krachten bundelen kunnen ze op velerlei manieren zorgen, dat mensen uit onkerkelijke kring de stem van de Goede Herder leren horen. Laten wij in het nieuwe jaar die stem zijn, ook als het gaat om klimaat, vaccinatie of opvang van de vluchtelingen… Juist omdat in de vrije wereld de Woorden en de symbolen van de Goede Herder glashard worden ontkend, verwijderd of niet serieus genomen. Niemand rekent meer met de wederkomst van Christus en er wordt weinig gesproken over zonden, over berouw, over verlossing, over de opstanding over Eeuwig Leven.
Maar velen zullen komen van Oost en West, van Noord en Zuid. Laten we ons best doen, om mensen te helpen, dat ze tot de kennis van waarheid mogen komen. Zelfs tijdens de communistische dictatuur zagen wij openingen om mensen te bereiken. God houdt niet van stomme profeten of zich terugtrekkende kerkmensen, die hun talenten en gaven niet gebruiken.
Gemeente, we weten, dat de eredienst niet meer zo vanzelfsprekend is, laten we de geschonken middelen en de tijd benutten, om Gods naam eer te geven, onze dank zichtbaar maken door Hem te loven. En als het erop aankomt, onze eigen ruimtes openen voor gebedsbijeenkomsten, enz.
Met de kerst zagen wij, hoe die Bethleheemse stal nodig was voor de ontmoeting: voor de ouders van Jézus, voor de herders van Efrata, en voor de wijzen uit het Oosten. Laten wij ook dankbaar en blij omgaan met de liturgische samenkomsten. God wil ons gebruiken als herders in een kerkelijke gemeente of vereniging. God wil ons gebruiken als leraar, om zijn profetieën, die in vervulling gaan, uit te leggen aan zijn volk én aan de eenling. Als de kerkgebouwen gesloten moeten blijven, kunnen we naast online mogelijkheden ook denken aan huisbijeenkomsten.
II.
Over het christelijk geloof wordt publiek bijna niet gesproken. Met de Schepper van hemel en aarde wordt weinig gerekend. Er wordt gesuggereerd, dat heil en zegen in de handen van wereldse machten liggen: de staatsloterij verzekering bank- en reiswereld. Voor een christen is de stem van Jezus van de eerste orde. Maar waar wordt Hij gehoord? God roept voortdurend, maar zijn stem dringt niet door. Ze wordt overstemd door andere geluiden. We worden overspoeld met informatie, ook met leugens. De zoekende mens wacht op een geroepene, die kan vertellen over de oorsprong van de zegen en wat het heil betekent.
Moeder Teresa zei ooit: “Wil je een geroepene zijn of ontmoeten, begin met bidden”. Bidden is zich bevrijden, die muur van geluid doorbreken, en luisteren met het hart. Bidden is leven met God in een open Ik – U-verhouding. Roeping is een zaak van liefde tot God. En dit vertellen en tonen in kleine en grote zaken. Een geroepen herder verbergt zich niet….
Onlangs op een bruiloft vroeg ik twee jongelui om de schriftlezingen te doen. Dat deden ze als vrienden van bruid en bruidegom. Na afloop vertelden ze, dat het de eerste keer in hun leven was, dat ze de Bijbel lazen en het viel mee, zei de studente. De jongeman zei, dat hij – tot zijn grote verbazing – een vuur voelde gaan door zijn lichaam, tijdens het lezen van 1.Korinthe 13. – Volgens hem was het een bijzondere metacommunicatie met de kennis van het heil. Om ogen te openen zijn Bijbelstudies en geestelijke gesprekken nodig, om juiste wegwijzers te kunnen vinden.
Toen ik zeventien jaar was, droomde ik over mijn lievelings-duif in Nagysármás, die mij in de stal van de pastorie met zwaaiende vleugels liet weten: „Vader, Zoon en Heilige Geest, Volledige Drievuldigheid! Amen” ’s Morgens vertelde ik mijn droom aan mijn familie, en mijn vader antwoordde heel stil: ’jongen, dit is een duidelijke roeping, om herder en leraar te worden’.
III.
Gemeente, we moeten blij zijn, dat Jezus het heil van heel de kudde beoogt. Het heil van heel zijn volk door de eeuwen heen. Zijn herderschap heeft hij aan zijn apostelen doorgegeven: “Weid mijn schapen” (Joh 21,17); en Petrus op zijn beurt aan zijn medewerkers: ” Weid Gods kudde… van harte en niet uit dwang…” (I Petr.5,2)
Laten we even nadenken over “De goede Herder”. De herder is degene die de kudde voert naar groene weiden, en haar verdedigt. Altijd onderweg. De grote leiders van Israël werden “herders” genoemd zoals de aartsvaders, Mozes, David… Maar zij wisten dat alleen Jahweh (God) de uiteindelijke Herder was. De ervaring van de koningentijd leerde dat er ook herders waren die zichzelf weidden, slechte herders, zoals wij in Jeremia 23 lezen: „Wee, u herders, die de schapen van mijn weide verloren laten gaan …”
Jezus zegt: “Ik ben de goede Herder”. Die korte maar rijke zin vertelt ons alles over Jezus: – “Ik ben”: een van de zeer vele ‘Ik-ben’-woorden van Jezus: Ik ben het Brood des levens, Ik ben de wijnstok, Ik ben het Licht der wereld, Ik ben de weg, de waarheid en het leven… “Ik ben” is de naam van Jahweh aan Mozes meegedeeld in het brandende braambos. In Joodse oren klonk hier Gods naam.
Twee kenmerken sieren de ware Herder:
1. Het diepe geheim van de goede Herder is dat Hij zijn schapen kent, en dat de schapen Hem kennen. Dit kennen wijst op een liefdevolle omgang, een intimiteit, een gemeenschap. Zijn liefdevolle blik rust op hen, en zij zien met vertrouwen naar Hem op. Het gaat om luisteren naar elkaar. Dat haalde Jezus niet zomaar uit zichzelf: “Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken.” Juist de universele liefde van de Vader zette Hem ertoe aan een Herder van velen te zijn.
2. Het tweede kenmerk is dat de Herder zijn leven geeft voor zijn schapen. “Niemand heeft meer liefde, dan hij die zijn leven geeft…” (vlg. Joh 15,13). “Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef om het later weer op te nemen”. Jezus legt zijn leven af, en neemt het weer op zoals Hij bij de voetenwassing zijn kleed heeft afgelegd, om het dan weer aan te trekken. Het zijn dezelfde woorden (Joh. 13,4.12). Hij geeft zijn leven voor zijn schapen. Hij is immers geen huurling die alleen leeft voor eigen gewin. Deze zelfgave voor de anderen doortrekt heel Jezus’ leven. Hij geeft zijn leven opdat anderen zouden leven, en wel in overvloed. Deze zelfgave omvat ook een sterven: “Als de graankorrel niet in de aarde valt, blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voor.” (Joh.12,24) – Roeping is ook bereid zijn je leven te geven. Er is vandaag veel inzet, ook bij jongeren, sociale inzet. De vraag is welke zijn hun motieven?
God wil ons gebruiken, en vraagt ons aandacht te schenken aan jeugd en opvoeding. Laten we in onze gebeden dagelijks vragen om geroepen mensen, om wijze, gelovige leiders in de samenleving. Laten we bidden voor herders en leraars naar het voorbeeld van Jezus. Amen
Preek van János Hermán M. Verkondigd te Urk, op 9 januari 2022