Het verhaal van de genezing van de blinde Bartimeüs mag voor velen van ons bekend zijn. Misschien zelfs zó bekend, dat wij ons nog afvragen: hoe kan dit voorbeeldige verhaal van genezing uit het Markusevangelie ons als Gods Woord aanspreken en iets nieuws vertellen? Voor hedendaagse, westerse mensen is het niet echt bekend hoe het is om als bedelaars te leven, nog hoe het is om op wonderlijke wijze onze zicht terug te krijgen. Juist daarom is het nodig dat Gods Heilige Geest ons opnieuw meeneemt in dit verhaal, en deze ontmoeting. Wie is deze Bartimeüs, en hoe is zijn leven? Het Evangelie vertelt ons niet al te veel over hem. Hij zit langs de weg, hij bedelt, en hij is blind… en hij is de ‘zoon van Timeüs’…nog niet eens een eigen naam. Vanaf deze plaats, uit deze situatie zou menselijk gesproken zijn weg niet gauw omhoog wijzen. Toch is hij een mens, die van de aalmoezen van anderen elke dag opnieuw weer net genoeg krijgt om te overleven. Hij had een routine, misschien al tientallen jaren: elke dag al struikelend naar de weg te lopen en bedelen. Maar om zijn eigen leven te veranderen, was hij machteloos.
Wij hebben ook onze dagelijkse routine…waardoor wij ook ons dagelijks brood verdienen. Eigenlijk veel meer dan dat. En toch kunnen wij Bartimeüs ook wel navoelen: wij kunnen ook momenten hebben in ons leven waarin wij verlangen naar verbetering van onze omstandigheden, wij verlangen naar ruimte uit de benauwdheid, maar zijn hulpeloos. Wij zijn dan blind als Bartimeüs om de uitweg te zien. En wat doen wij dan? Zijn wij, boos, teleurgesteld? Berusten wij daarin?
Vastberadenheid
Bartimeüs weet wat hij nodig heeft, en ook van Wie hij het moet verwachten. En hij schaamt zich niet om hulp te vragen, ook als hij zich volledig moet ontbloten als een mens die volledig verloren en toegewezen op de Andere is. Daarom begint hij te roepen naar Jezus, de Zoon van David. Zouden wij dat ook kunnen? Om hulp vragen? Ons bloot stellen voor anderen? Of zijn wij bezorgd om wat er dan over ons gedacht wordt? Kunnen wij iets in onszelf vinden van dat geloof van Bartimeüs, die vastberaden gelooft dat Jezus, de Zoon van David hem helpen kan? Heel de menigte probeert hem stil te krijgen, maar hij roept des te harder naar de Meester die wonderen doet. En al deze geluiden hadden het geloof van Bartimeüs ook kunnen doen wankelen: wat als Jezus mij niet wil, of zelfs niet kan genezen? Vandaag is het niet veel anders. Er zijn zo veel stemmen om ons heen die de stem van geloof proberen de onderdrukken, belachelijk maken. En vele gelovigen krijgen twijfels: wat als mijn gebeden om mijn eigen leven, of dat van mijn geliefden niet verhoord worden? Maar Bartimeüs weet dat dit zijn laatste kans is, dus laat hij deze kans niet gaan: zijn kreet is een van leven en dood.
Ontmoeting en genezing
Jezus gaat hem niet voorbij. Voor Hem is Bartimeüs niet de minste, zoals voor veel anderen om hem heen. Daarom kwam Hij ook op de wereld: om te zoeken en behouden wat verloren is gegaan. Hij wil dat wij leven hebben. Leven in overvloed, eeuwig leven. En dit kan alleen door ontmoeting met Hem. Bartimeüs laat alles liggen, zijn bovenkleed, zijn aalmoes van die dag. ’Moede kom ik, arm en naakt’ – zoals wij ook zingen. Wat een heerlijk evangelie is het dat wij naar Jezus toe mogen gaan, zoals wij zijn.
En het echte wonder begint al wanneer Jezus aan hem vraagt: ’Wat wil je dat ik met jou doe? En de blinde antwoordde hem: Meester, dat ik zou zien’. Hij vraagt niet om aalmoes, om geld, om betere kleren, om meer waardering voor de mensen. Maar dat hij zien zou. Hij wil niet iets meer dan wat hij al heeft…hij wil volledige verandering. Een nieuw leven. Zou dit niet ons hoop en bede moeten zijn elke keer als wij tot Jezus komen? Niet dat het ons ’een beetje beter zou gaan’, maar dat wij volkomen veranderd worden?
Bartimeüs krijgt van Jezus waar hij om vraagt. Jezus is dan ook de enige die dit aan hem kán en wíl geven. Het openen van ogen is een wonder wat niet alleen Bartimeüs, maar elk mens nodig heeft, zodat wij niet in het donker blijven lopen, de weg zoekend. Het openen van déze ogen is niet altijd gepaard met lichamelijke genezing, zoals Paulus van God ook moest begrijpen: Mijn genade is u genoeg. Maar voor iemand die dit met een open en gelovend hart aan hem vraagt, zal Hij ook vandaag de verblijdende zicht geven, en een ontmoeting met Hem.
Zien en volgen
En wat is het wonderlijke gevolg van de wonderbaarlijke genezing? Dat Bartimeüs, zodra hij Jezus ziet, Hem gaat volgen. Zijn bekrompen, onmogelijk leven werd vol met energie, en een zichtbaar doel. Hij begint niet een nieuw leven omdat hij ziet…maar omdat hij Jezus ziet. Laat ons ook hiernaar reikhalzend verlangen: om echt te zien. Hem te zien. En Hem gezien hebbende, Hem volgen. AMEN
Preek van István Debreczeni. Zwolle, 12 september 2021