Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Eén van de meest vreemde ontwikkelingen in onze samenleving van de afgelopen jaren is het toenemende geweld tegen hulpverleners.
Brandweermensen, ambulancepersoneel – ze moeten steeds vaker hun werk doen onder politiebescherming!
Het is een zeer bijzondere vorm van zinloos geweld.
Je vraagt je werkelijk af hoe mensen daartoe kunnen komen.
Het schijnt onder andere te maken te hebben met het feit dat hulpverleners niet direct doen wat de omstanders van hen verwachten.
En dat geldt dan met name voor ambulancepersoneel.
Men ergert zich eraan dat het personeel de patiënt eerst stabiliseert.
Men wil actie.
En wanneer dat niet gebeurt, gaan sommige mensen los. Ze dreigen niet alleen maar slaan er soms echt op los. Menig hulpverlener heeft al moeten vrezen voor zijn/haar leven.
Het lijkt raar maar dit gedrag past toch wel bij onze tijd en bij onze cultuur. Met elkaar zijn we gewend geraakt dat aan al onze direct wensen wordt voldaan.
De muziekgroep Queen heeft het al in 1989 heel treffend onder woorden gebracht met de song I want it all and I want it now.
Wanneer we het kunnen krijgen, dan willen we het ook direct hebben.
Dan is er kennelijk niets wat ons kan tegenhouden.
Alle verlangens moeten direct worden vervuld.
Dat is een kenmerk van een verwende maatschappij.
Als mensen die midden in deze cultuur staan, krijgen wij hiervan een tik mee.
En met dit in het achterhoofd luisteren we naar de geschiedenis van de verzoeking in de woestijn.
Hoe reageert de Heer Jezus wanneer Hem van alles wordt aangeboden?
We hebben de geschiedenis gelezen.
Hij gaat niet in op de aanbiedingen van de satan.
En waarom niet?
En wat leert ons dat vandaag, voor ons leven in deze cultuur?
Jezus neemt alleen wat de Vader Hem geeft
• het moment van de verzoeking
• de tactiek van de verzoeker
• de weerstand van de verzochte Jezus
I
Het is een bijzondere geschiedenis.
En ik denk dat we allemaal zo onze vragen hebben bij wat we hier lezen.
Hoe zag de duivel eruit?
Heeft de Heer Jezus echt op het dak van de tempel gestaan of was het een
visioen?
Hebben andere mensen Hem samen met de satan daar zien staan?
Op deze vragen krijgen we geen antwoord.
We weten ook niet van wie de evangelist zijn informatie heeft gekregen.
Heeft de Heer Jezus het zelf verteld?
In ieder geval doet deze geschiedenis heel sterk denken aan de
geschiedenis van de zondeval in Genesis 3.
De Heer Jezus wordt net als Adam in verzoeking gebracht.
Met dit verschil: Hij zondigt niet.
Hij heeft ons leven ‘overgedaan’ maar dan op een volmaakte manier.
In het voorgaande hoofdstuk lezen we over het prachtige moment van Jezus’
doop in de Jordaan.
De stem van de Vader klonk – de Geest daalde neer.
Dan is Jezus klaar voor zijn roeping.
En direct wordt Hij dan ook de Geest de woestijn in gebracht.
En ‘in het diepe gegooid’ om het zo eens te zeggen.
Een directe confrontatie met de Tegenstander.
Matteüs schrijft dat Jezus gedurende die 40 dagen niet heeft gegeten maar
heeft gevast.
We weten wat de bedoeling is van het vasten: om ruimte te maken voor het
gebed.
En de Heer heeft heel vaak gebeden – vooral ook voor het nemen van belangrijke beslissingen.
Zo bereidt Hij zich in de woestijn voor op zijn komende taak in deze wereld.
En wat zien we dan gebeuren?
Juist in deze tijd van vasten grijpt de satan Hem aan.
In eigen persoon.
De satan heeft een goed moment uitgekozen.
Jezus is echt mens geworden. En dat betekent: je kunt niet zonder eten.
En wanneer je vast, dan word je slap en vermindert de weerstand.
Het is net als in het paradijs.
De satan zoekt de kwetsbare momenten uit.
Eerst bij Adam en Eva.
Ze waren nog niet zo lang in de Hof van Eden – ze wisten nog niet alles over de natuur en over de dieren.
Ze waren nog zo pril dat ze zich niet verbaasden over het spreken van een slang.
En op dat moment is daar de duivel met zijn halve waarheden, die intussen wel complete leugens zijn.
De satan herhaalt zijn tactiek.
Terwijl Jezus zich biddend en vasten voorbereidt op zijn zware taak, grijpt de satan aan.
De brullende leeuw ziet in deze afgetobde mens een gemakkelijke prooi.
II
Het moment is goed gekozen door de satan.
Nu kijken we verder naar zijn tactiek.
En wanneer je de drie verzoekingen op een rij zet, dan ontdek je een vast patroon.
In de eerste plaats lijkt het erop dat de verzoekingen een beetje meevallen.
Zulke rare dingen vraagt de duivel toch niet!
Ik bedoel maar:
Bij verzoeking denken wij al gauw aan seks, drugs en geweld.
De voorstellen van de duivel lijken redelijk en gematigd.
Hij lijkt zelfs het goede voor te hebben met Jezus.
Wanneer U honger hebt…
En reken er maar op dat de Heer werkelijk honger heeft gekregen tijdens deze
vastentijd.
Is het dan zo’n raar idee om van stenen broden te maken?
En Hij is toch de Zoon van God!
Samen staan Jezus en de duivel op een hoogte.
De duivel laat al de koninkrijken van de wereld zien.
Dat is op zich al een groot wonder.
En als ‘overste van de wereld’ biedt de duivel Jezus alles aan.
Dat is toch de bedoeling – dat Hij de koning van de wereld wordt?!
Een knieval is voldoende.
Tenslotte staan ze samen op het dak van de tempel.
Spring maar naar beneden – de engelen zullen u dragen – zie Psalm 91.
Wat zullen de mensen opkijken wanneer hij een zachte landing maakt op het
tempelplein.
Dat zal indruk maken!
Wat zit er achter?
Waartoe wil de duivel Jezus verleiden?
Ik zou het zo willen formuleren:
De duivel wil Jezus verleiden om te pakken wat Hij pakken kan!
Het brood ligt voor oprapen.
De koninkrijken van de wereld liggen aan zijn voeten.
De mensen zijn in een klap overtuigd.
Het is de verzoeking om te pakken wat de hemelse Vader niet geeft!
Het is de manier waarop Eva werd verzocht:
Pak ze maar – ook al heeft God deze vruchten je niet gegeven.
Wanneer je dit ziet, worden de antwoorden van de Heer ook duidelijker.
Hij wil niets hebben buiten de Vader om;
Hij wil alleen aannemen wat Vader Hem geeft.
Pakken wat je pakken kan.
Dat is de slogan die hoort bij mensen die zichzelf centraal stellen.
Denk aan die song van Queen:
I want it all and I want it now!
Dat is de sfeer van de graaicultuur.
Dat zit achter geweld tegen hulpverleners.
Dat zit achter de seksuele moraal van deze tijd.
De Heer Jezus laat zich niet verleiden.
Hij is gekomen om ons leven ‘over te doen’ maar zonder te zondigen om ons weer terug te brengen in de positie waarin Gods ons had geplaatst.
Zodat wij de hemelse Vader bidden om ons te geven wat wij nodig hebben voor ons leven.
Wij willen leven uit zijn Vaderhand.
Jazeker dan gaat het om brood.
Maar dan wel om brood dat op Gods Woord tot ons komt.
Geen gestolen brood maar ontvangen brood.
III
Matteüs schrijft dat na de verzoekingen de engelen bij Jezus kwamen om Hem
te verzorgen.
Dan ontvangt Hij wat Hij nodig heeft.
Dan komt het uit Gods Vaderhand.
Stel dat de Heer niet op dat moment had gewacht.
Stel dat Hij wel van stenen broden had gemaakt;
stel dat Hij wel een knieval voor de ‘overste van de wereld’ had gedaan;
stel dat Hij wel van de tempel was afgesprongen.
Ik besef dat je heel voorzichtig moet zijn met zo te spreken.
Mag je wel de mogelijkheid veronderstellen dat Hij zich liet verleiden?
In ieder geval zou dit hebben betekent dat wij mensen alsnog reddeloos verloren waren geweest.
Dan zou de Zoon zijn teruggekeerd tot de Vader maar zonder ons.
En dat is toch de spanning in deze geschiedenis.
Het is maar geen toneelspel waarvan je de afloop bij voorbaat kent.
Onze Heiland heeft weerstand moeten bieden.
Dat heeft Hem geweldig veel strijd gekost.
Hij bleef steeds maar luisteren naar de stem van de Vader.
Zoals Hij later zou zeggen:
Mijn voedsel is: de wil doen van hem die mij gezonden heeft en zijn werk
voltooien.
En op deze manier komt deze geschiedenis zo dichtbij.
We zien Hem worstelen met de verzoeking die wij allemaal zo goed kennen in
ons leven.
Het is zo verleidelijk dingen te doen die de hemelse Vader afkeurt.
Dingen te pakken die Hij je niet of nog niet geeft.
Hoe moeilijk kan het zijn jezelf te beheersen en niet verslingerd of zelfs
verslaafd te raken aan wat dan ook.
Maar: nu heb je wel Iemand die je helemaal begrijpt in die dagelijkse strijd
tegen de verzoeking.
Ik eindig met die prachtige woorden uit Hebr. 4:
Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemel is doorgegaan,
Jezus, de Zoon van God, moeten wij vasthouden aan het geloof dat wij belijden.
Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan
meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met
dit verschil dat hij niet is vervallen tot zonde. Laten we dus zonder schroom
naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig
hebben barmhartigheid en genade vinden.
Preek van Drs. Lucius W. de Graaff. Zwolle, Plantagekerk, 29. 12. 2019