Jaag de vrede na – Hebr 12: 14

Heb je ooit een duif in handen gehad? Ze zijn lastig te vangen – zeker wilde duiven. Maar er is één duif die de mensheid al eeuwen probeert te vangen, zonder succes: de vredesduif. Want is er ooit een tijd geweest zonder oorlog? Toch lezen wij in Hebreeën 12: “Jaag de vrede na.” Is dat niet een onmogelijke opdracht? Alsof de Schrift ons vraagt een ongrijpbare duif te vangen. Wij zullen deze tekst en oproep vanuit twee verschillende zichtpunten benaderen.

1. Jaag de vrede na. Een paar weken geleden was ik met Stichting Fundament in Oekraïne. We bezochten Hongaarse gemeenten in het westen van het land, ver van het front, maar de wanhoop was tastbaar. Mannen zijn gevlucht, ondergedoken of aan het front waar vandaan weinigen terugkomen. Families leven verscheurd: ze willen niet blijven in een corrupt land, maar ook niet vluchten en hun oude ouders achterlaten. Ik dacht: hoe zouden zij onder zulke omstandigheden begrijpen wat de Schrift ons opdraagt: “jaag de vrede na”? Daar lijkt vrede werkelijk een wilde duif.

Het bijzondere is dat het woord “najagen” in de Bijbel meestal een negatieve klank heeft: vervolgen, opjagen. Jezus zegt dat de Zijnen “vervolgd” zullen worden. Saul “jaagde” de kerk na. Jezus zegt: “Ik ben het die jij vervolgt.” En toch gebruikt de schrijver van Hebreeën datzelfde woord in verband met de vrede. Alsof de mens vrede met geweld zou kunnen grijpen.

De afgelopen weken za gen we in het wereldnieuws zo’n najagen van vrede. Er zijn wapenstilstanden, vredesgesprekken, topoverleggen tussen wereldleiders. Er wordt veel gepraat over Gaza, Oekraïne, Nigeria. Dat lijkt hoopvol, maar vrede die door kracht, sancties of deals wordt afgedwongen, blijft breekbaar. In Gaza sterven nog steeds mensen; in Israël rouwen families; in Oekraïne zullen velen nooit meer thuiskomen. Wat voor vrede moet dat dan worden? Zo lijkt het wereldse najagen van vrede op een wreed spel: men jaagt, verwondt, vangt de duif even – en zodra die hersteld is, laat men haar weer los om opnieuw te jagen. Een eindeloze, uitzichtloze cirkel.

2. Volg de vrede. Maar er is nog een andere manier om “najagen” te verstaan — positief, met de betekenis: “ijverig volgen”. Paulus gebruikt datzelfde woord als hij zegt: “Laten wij najagen wat de vrede en de opbouw bevordert” (Rom 14:19), of: “Jaag de liefde na” (1 Kor 14:1). En in Fil 3:14: “Ik jaag naar het doel, de prijs van de roeping van God in Christus Jezus.” Dat is niet het gewelddadig achtervolgen van iets, maar volhardend zoeken naar iets wat je niet kúnt grijpen — alleen ontvangen. Paulus zegt immers over de zaligheid: “Het hangt niet af van hem die wil, ook niet van hem die hardloopt, maar van God die Zich ontfermt” (Rom 9:16). Zo is het ook met vrede: het is geen resultaat van menselijke inspanning, maar een gave van God.

In Oekraïne sprak ik met een man van midden veertig. Hij wil werken voor zijn gezin, zijn kerk, zijn land — maar hij kan zijn huis niet uit. De politie kan hem elk moment oppakken en naar het front sturen. Hij liet een app op zijn telefoon zien waarop met blinkende rode letters staat dat hij gezocht wordt, vervolgd wordt…vanwege de enige “misdaad” dat hij niet wil meewerken aan een in zijn ogen zinloze oorlog. Hij leeft opgesloten, uitgeput, zonder uitzicht. En toch zei hij iets dat me bijblijft: “Temidden van de herrie en verwoesting is er toch een vrede die de chaos overschreeuwt.” Op momenten van wanhoop, zei hij, daalt Gods vrede op hem neer. Dat is de vrede waar Jezus over spreekt: “Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft.” (Joh 14:27) De wereld geeft vrede via wapens, deals, sancties, macht, terreur. Maar de vrede van Christus daalt neer – het komt tot je. Ze begint in het hart van de mens die Hem toebehoort.

En als je zó de oproep leest om de vrede na te jagen, begint het ineens anders te leven. Het wordt dan niet meer vervolgen, maar volgen. Wij volgen Hem, Jezus, die onze Sjabbat, onze vrede is. De Hebreeënbrief wijst dan ook naar Jezus als onze Hogepriester, die zichzelf offert voor onze zonden. En als antwoord daarop worden wij geroepen om “de vrede na te jagen.” Niet als iets dat wij bewerken, maar als iets wat wij ontvangen en vervolgens uitdelen.

Tot nu toe spraken we over oorlog en onvrede in de wereld, maar velen van ons dragen ook innerlijke oorlogen: ziekte, geestelijke pijn, strijd tegen zonden, financiële zorgen, verslaving, gebroken relaties. Misschien denk je: “ach, mijn problemen zijn niets vergeleken met oorlog, lijden en hongersnood.” Maar dat maakt Gods aandacht voor jouw lijden niet minder. Zijn vrede is er ook voor jou. De oproep om vrede na te jagen begint niet bij anderen, maar in onszelf. Eerst moet de vrede van Christus in je hart wonen – anders jaag je je leven lang achter een duif aan die steeds wegvliegt. Maar wie zijn hart opent voor de Geest, ontdekt dat die vrede van boven komt.

De duif en de Geest We begonnen met de vredesduif. Weet je waar in de Bijbel de duif werkelijk tot rust komt? Bij de doop van Jezus, wanneer de Heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem neerdaalt. Daar is de duif geen symbool van menselijke vrede, maar van Gods Geest die rust op de Zoon. En Paulus zegt later over Jezus: “Hij is onze vrede.”

Als je achter de duif aanrent, vliegt ze weg. Maar de vrede van Christus komt naar je toe. Het landt niet in handen die grijpen, maar in harten die open zijn. En waar Zijn Geest rust, daar groeit vrede – zelfs midden in de chaos. En dan…dán pas…en dán alleen kun je beginnen met vrede te stichten in de wereld: handen uitstrekken, elkaar omhelzen, deals sluiten, ruïnes herbouwen, vergeving schenken. Want dan jaag je de vrede niet meer als een roofdier, maar volg je haar als een discipel – geleid door de Geest van de Vrede zelf. AMEN.

Vertaling van een preek van Csongor A. Kelemen, oorspronkelijk verkondigd te Zwolle in de Lutherse Kerk, op 15 november 2025