Samen

Lezing: Efeziërs 4:1-16

Tekst: Efeziërs 4:13

Broeders en zusters!

Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te leven, waardig aan de roeping, waarmee gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, geduldig, elkaar in liefde te verdragen, en de eenheid met de Geest te bewaren door de band van vrede: één lichaam en één Geest, zoals ook gij geroepen zijt in de ene hoop van uw roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen. Maar aan een ieder van ons is de genade gegeven, naar de mate, waarin Christus haar schenkt. Daarom heet het: opgevaren naar den hoge, voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen. Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen. En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen de eenheid van geloof en van de volle kennis van de Zoon van God bereikt hebben, de rijpheid, de volheid van Christus. Dan worden wij niet meer onmondig, heen en weer geslingerd door allerlei menselijke sluwheid, die ons op dwaalwegen brengt, maar als we ons aan de waarheid houden, en in de liefde leven, dan groeien wij naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. En aan Hem ontleent het hele lichaam zijn samenhang en verband.  En het groeit doordat ieder lichaamsdeel zijn eigen taak uitvoert. Zo wordt het lichaam gebouwd door de liefde.

Hier in de Hongaarse Gemeente te Zwolle, in deze periode – in -de maanden augustus, september, oktober – gaan de preken over gemeenteopbouw en het leiding geven.
Het doel van gemeenteopbouw, volgens Efeziërs 4:13 is, dat wij allen samen een eenheid vormen.
‘Samen’ wil zeggen: ‘Wij beleven en delen ons geloof met elkaar.
Ik denk niet dat je ervaringen, op het niveau van je geloof, bespreekbaar maakt, als je elkaar niet vertrouwt. Geloofservaringen zijn namelijk best kwetsbaar, omdat ze zo dichtbij je hart zitten…

In deze preek worden twee bouwstenen aangereikt die de eenheid in de gemeente bevorderen.

Wij gaan het vanmiddag hebben over de kernwaarde ‘samen’. Volgens ons missie-document, het statuut uit 2017 en 14. december 2024, staat bij het woord ‘samen’: ‘Wij delen ons geloof en de kennis, die we meekregen tijdens de (belijdenis)catechisatie naar aanleiding van onze doop. Als het goed is, durven we onze geestelijke ervaringen met elkaar te bespreken in onderling vertrouwen. Het onderlinge vertrouwen is voorwaarde voor het bespreekbaar maken van je ervaringen, tijdens de bijeenkomsten.

Gemeente, vertrouwen wordt zomaar geschonden. Gelukkig zijn er ook genoeg gemeenteleden die positieve ervaringen hebben met het delen van wat hen bezighoudt. Troffen zij de juiste persoon? Is hun ervaring toevallig herkenbaar voor de ander? Kon de ander zich in hen verplaatsen? Deed de ander moeite om zich in hen te verplaatsen? Wat maakt nou, dat je je ervaringen in de gemeente met elkaar gaat delen? Hoe wordt de kernwaarde ‘samen’ waar in ons midden, een kleine gemeente van 148 gemeenteleden, Nederlanders, Hongaren en andere uit verschillende windstreken?  Durven we onze levenservaringen en in het bijzonder onze geloofservaringen met elkaar te bespreken? In onderling vertrouwen.
Kennis is een zakelijk woord, maar in de Bijbel heeft het meer te maken met relatie. Iemand kennen, met iemand omgaan.
Dat betekent niet dat iedereen in het middelpunt moet staan, maar je wilt elkaar wel zien in de kerk. Elkaar in de ogen kijken. Elkaar kennen. We zijn toch lid van die ene gemeente, van dat ene kerkgezin? We noemen elkaar broer en zus. Dat is heel dichtbij in de familie. Het is het ideaal. Niet ons ideaal maar Gods ideaal.
Mensen moeten elkaar kunnen  aanvullen, Zo moet het  zijn in de gemeente van Jezus.
Dat mensen verschillend zijn, is ook nodig, ze moeten elkaar dagelijks aanvullen, en dat is de bedoeling.

Wat is dan die eenheid? Daar kun je je nog aardig in vergissen. Denk niet aan eenvormigheid of dat ieder hetzelfde moet denken, hetzelfde moet doen. Of dat ieder dezelfde ervaringen moet hebben en even sterk moet zijn in zijn of haar geloof. Het gaat in Efeziërs 4 over de eenheid van de ‘volmaakte mens’. Dan moet je denken aan wat op andere plaatsen in de Bijbel wordt gezegd, over het lichaam van Christus. De gemeente is een lichaam. Ik denk nu vooral aan wat er staat in 1 Korintiërs 12. Kort samengevat staat daar: de verschillen in een gemeente zijn nodig. Net zoals in het menselijk lichaam. Een lichaam bestaat uit verschillende delen: handen, voeten, ogen, oren, neus, mond. Allemaal verschillende delen maar juist daarom is het zo’n mooi lichaam. In het lichaam werken al die verschillende delen samen. Ze vullen elkaar aan. Mijn voeten brengen mijn lichaam daar waar mijn hand iets wil pakken. En mijn ogen keken ondertussen of het veilig was om daarheen te lopen. Zo moet het ook zijn in de gemeente van Jezus. Zij die kwetsbaar zijn moeten beschermd worden. Wie valt moet worden opgevangen. Wie te hard gaat moet worden afgeremd. Wie veel ziet, helpt slechtzienden. Wie een scherp gehoor heeft luistert voor wie minder hoort. -Het doel van gemeenteopbouw is, dat wij allen samen een eenheid vormen: dat mooie lichaam van Christus.- . Er bestaan natuurlijk ook allerlei andere banden -vooral familiebanden, vriendschappen, of je woont bij elkaar in de stad- maar voor ons als diaspora gemeente, is het geloof het overkoepelende, dat ons met elkaar verbindt. Voor heel wat mensen hier geldt, dat ze elkaar niet gekend zouden hebben als ze niet geloofden in Jezus Christus, want wij komen bij elkaar uit vijf-zes, soms zeven   landen, allemaal met de kennis van de Heidelbergse Cathechismus. Het gaat hierbij ook over andere catechismi en Bijbelse tradities. Het is wezenlijk, dat eenheid in de gemeente ontstaat door geloof in Christus en door het kennen van Christus.
De stelling is: eenheid in een gemeente van verstrooide gelovigen ontstaat door ons geloof in Christus.

Want als ik geloof in Jezus Christus, als ik vertrouw op Jezus Christus, ontstaat er ook ruimte om mijn broeder of zuster te vertrouwen. Hoe werkt dat? In de gemeente kom ik allerlei mensen tegen. Soms weet ik bijna niets van ze. Hoe moet ik hen dan vertrouwen? Vertrouwen heeft immers te maken met iemand kennen. Tegen onze kinderen zeggen we: ga niet mee met vreemden. In de gemeente kom ik mensen tegen -en misschien weet ik bijna niets van hen- maar één ding weet ik wel: hij of zij gelooft in Jezus Christus. Als het goed is wil hij of zij zich laten leiden door Christus. Is voor hem of haar belangrijk wat Christus zegt, wat Christus verbiedt en wat Christus ons opdraagt. Maar dat geeft heel veel vertrouwen. Christus gebiedt mij, maar ook die ander die ik in de gemeente tegenkom, om lief te hebben, om geduldig en zorgzaam te zijn, om zuiver met elkaar om te gaan.
Ik bedoel dit niet naïef. Wij leven niet in het paradijs. De zonde is nog niet de wereld uit. Ook de kerk niet uit. Maar door ons geloof – samengevat in de 12 artikelen, kunnen wij een eenheid gaan vormen. Ons geloof in Jezus Christus legt daar een stevig fundament voor. Het geeft enorm veel groeikansen. Want denk ook hier eens aan. Door mijn geloof in Christus mag ik me geliefd weten door God. Ik mag weten kostbaar te zijn in Gods ogen want Hij heeft mij bedacht en geschapen en Hij heeft ook nog eens een hoge prijs voor mij betaald. Dat betekent dat God zuinig op mij is. Hij beschermt en bewaart mij. Ook binnen de gemeente. En wat ik over mezelf geloof, geldt ook voor al die anderen in de gemeente. Ook zij zijn kostbaar voor God, ook zij zijn gekocht en betaald door Jezus Christus. Wij leven allemaal van genade– Elke strategie, elk plan, elke evangelisatie of elke missie kan alleen succesvol zijn als het de troost biedt van opstanding uit de zinloosheid van het leven.

Allereerst weten we dat Jezus eenheid in de gemeente belangrijk vindt. In de Efeziërsbrief speelt op de achtergrond de kloof tussen Joden en niet Joden. In hoofdstuk 2 staat dat Hij die twee bij elkaar bracht door zijn dood aan het kruis. Vers 16: ‘en verzoende Hij door het kruis beiden in één lichaam met God.’ Zo belangrijk vindt Jezus de eenheid in de gemeente. Joden en niet Joden moeten bij elkaar in één gemeente zitten. Terwijl de verschillen levensgroot waren. Daar zijn onze verschillen klein bij. Jezus is gestorven voor de eenheid van mensen, volken, naties en talen. In het boek Openbaring 5:9-10 hoor je daar de echo van: ‘Want U bent geslacht en met uw bloed hebt U voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd’ (5:9-10). Eenheid in de gemeente is voor Jezus belangrijk. Wie Jezus kent weet dit. Deze verzen symboliseren de Kerk en de gelovigen, die door het offer van Christus zijn verlost.
Het uitzicht bij dit alles is de volmaakte eenheid van Gods volk in Gods koninkrijk: een samenleving van mensen, door God gevormd, waarin Hij centraal staat en aanbeden wordt.

Wie Jezus kent weet ook van zijn diepe eenheid met de Vader en de Geest. Heel de Bijbel is daar vol van. Het is vanuit hun onderlinge liefde dat de wereld geschapen is. Het is vanuit hun onderlinge liefde dat het plan ontstond om de mens te redden. Hun onderlinge liefde zal ook blijven bestaan tot in alle eeuwigheden. Hun drie-eenheid (het woord zegt het al) is ons tot voorbeeld

Het kennen van Jezus betekent ook dat we weten van genade en vergeving. Genade en vergeving die we van Hem ontvangen. Maar niet om voor onszelf te houden, genade en vergeving zijn om door te geven. Jezus hield wat Hij had ook niet voor zichzelf (Filippenzen 2:5-8). Maar Hij diende ons met zijn heiligheid, met zijn goddelijke kracht. — Jezus kennen en zijn genade ontvangen betekent dat we genadig zullen zijn naar elkaar en alles doen wat we kunnen om oorlogen te eindigen. Ons vertrouwen op Jezus Christus geeft ruimte voor onderling vertrouwen in de gemeente van CHRISTUS.

Broeders en zusters!

Wie de kerk in haar geheel wil overzien in onze dagen, moet naar de belofte van het evangelie kijken: ‘Het zal worden één kudde, één Herder’. Die moet daarom ook naar Christus kijken, omdat Hij het Hoofd van de kerk is. Want wie het hoofd ziet, ziet ook het lichaam. Dan ziet hij Christus door zijn Geest op aarde werken, overal waar het Woord bewaard wordt en waar het werk van Christus herkend wordt in het leven van zijn gemeenten.
Zij die Zijn Woord aanvaardden, werden aan de gemeente toegevoegd (Hand. 2: 41)
Laten we werken en bidden voor de verkondiging, om inspiratie te kunnen ontvangen voor gemeenteopbouw. Door middel van het geloofsgesprek scherpen we elkaar op.

Vanuit de wetenschap, dat we een eenheid vormen in liefde en waarheid, leven we in vertrouwen op de komst van Gods Koninkrijk. Amen

Vertaling van een preek van János Hermán Mostert, oorspronkelijk verkondigd in het Hongaars op 12 oktober 2025, in de Lutherse kerk te Zwolle.