Lezing: Filippenzen 4, 4-7.
Tekst: 2 Tessalonicenzen 3,3-5 „Maar de Heer is trouw. Hij zal jullie sterk maken en jullie beschermen tegen de duivel. We vertrouwen er op dat de Heer jullie zal helpen om te doen wat we jullie hebben gezegd. En niet alleen nú, maar ook in de toekomst. Laat je door de Heer helpen om van Hem te houden en om net zo vast te houden aan het geloof als Christus.”
Trouw is het mooiste in iemands leven, omdat het een van de genadegaven is. Onze ziel raakt vervuld van vrede en schoonheid wanneer we voorbeelden van trouw tegenkomen. We voelen ons blij en vol vreugde, als we echte trouw zien, in een huwelijksleven of in een vriendschap. Trouw is het mooiste voorbeeld van opofferende liefde, waarbij echtgenoten, partners of vrienden, zij aan zij laten zien dat het de heiligste zaak van de wereld is om alles voor elkaar te doen en offers te brengen voor de ander.
Echt mooi, kostbaar en blijvend wordt trouw in in de handen en handelingen van God. De persoon die Gods trouw ervaart, kan niets anders doen dan danken en zijn heilige naam verheerlijken. Hij doet dit omdat de trouw van God nooit ombuigt tot ontrouw. De mens kwetst en beledigt de Heer op ontelbare manieren. Maar Hij vergeeft hen en door zijn voorzienige goedheid moedigt Hij zijn schepselen aan om nergens bezorgd over te zijn.
Ons leven is vol duidelijke tekenen van de trouw van de Heer. Dit zijn twee van zulke tekenen, die we van Hem ontvangen:
Ten eerste versterkt Hij ons. Vermoeide en gebroken zielen ontvangen kracht door de oneindige trouw van onze Heer. Hij vergroot de kracht van de krachtelozen, om te kunnen volharden in de onderwijzingen van onze God. Wanneer we omringd worden door krachteloosheid en machteloosheid, kunnen we ons met vertrouwen tot God wenden, want onze machteloosheid wordt tot kracht door Hem.
Ten tweede worden we door Gods trouw van het kwaad afgehouden. Vanaf het allereerste begin was het kwaad een hater van God en de mens. Hij heeft maar één doel met deze geschapen wereld. Om chaos te veroorzaken en te vernietigen. Hij verleidt onze zielen, hij legt kwade gedachten en lasteringen op onze lippen. Hij moedigt ons aan om God ongehoorzaam te zijn en te zondigen. We zijn allemaal niet in staat om het kwaad te bestrijden. Maar God leert ons om trouw te blijven en de strijd van het geloof nooit op te geven. Hij zal ons de weg van verlossing wijzen.
De apostel vertrouwt erop dat de nieuwe gemeenteleden en de volgende generatie alles zullen bewaren wat hij hen geleerd heeft, en trouw de Heer en zijn zaak zullen dienen.
Laten we allemaa de wil en de onderwijzingen van de Heer gehoorzamen, zodat we het gebod van de liefde kunnen houden. Als we dit doen, kunnen we zeggen dat we de trouw van de Heer hebben ervaren in ons leven.
Al onze geliefde christelijke broeders en zusters wens ik dat de Heer hun hart mag leiden om God lief te hebben en te volharden in Christus, een leven lang.
Amen.—Ds. András Albert, dr.theol.
Vertaling van de preek van Dr. András Albert, verkondigd te Zeewolde op de 7de Landelijke Ontmoetingsdag van de Hongaarse Gereformeerde gemeenschap in Nederland
