Wij willen graag Jezus zien – Joh 12: 20-21

In veel Engelstalige kerken is het volgende te vinden: wanneer de predikant de trap van de kansel omhoog loopt, komt hij bij een van de treden een bord tegen met een Bijbeltekst: “Sir, we would like to see Jesus!” (Johannes 12: 21) Een mooie herinnering dat de verkondiging in een Christelijke gemeente over heel veel onderwerpen kan gaan, maar als het over Jezus niet gaat, slaat het de plank mis. Hopelijk is dit een verlangen dat in alle mensen leeft die naar een dienst komen: Wij willen Jezus zien. Maar ja…is dat niet een onmogelijke verwachting? Jezus zien? Zo kort na kerst kunnen wij zeggen: de herders, wijzen, de oude Simeon hadden het makkelijk. Zij konden Jezus écht zien. En toch zou in deze preek ervoor willen pleiten dat het zien van Jezus niet veel anders was voor hen toen als voor ons vandaag. Toen was het ook alleen mogelijk door de ogen van het geloof…en nu ook.

IN GELOOF ZIEN OP JEZUS
Waar komt dan dat geloof vandaan? In de gereformeerde traditie (HC 25) zeggen wij eenduidig: door de Heilige Geest. Geloven is niet ons werk, niet onze keus. Ik gebruik tegen catechisanten vaak dit beeld: ben je wel eens verliefd geweest? Hoe ging dat? Door jezelf ervan te overtuigen, of te concentreren? Of…ontstond dat gewoon? Zo ook met het geloof. Nooit heeft er een mens geleefd die vanuit zijn eigen wil, zijn eigen kracht “bedacht” heeft: vanaf nu geloof ik in Jezus. Nee…steeds is het de wonderbaarlijke werking van de Heilige Geest. Bij Paulus wordt het zo omschreven: het was alsof er schubben van zijn ogen vielen (I was blind, but now I see). En de Geest gebruikt er twee middelen voor om het geloof te bewerken: Woord en sacrament. Het hoorbare en het zichtbare. En dat lezen wij in het zendingsbevel van Jezus: Gaat heen, en maakt alle volken tot mijn discipelen… hoe? Door ze te dopen en te onderwijzen.

DOOR HET WOORD
Het eerste…dit nemen we vaak voor lief. De Protestantse kerken, en in het bijzonder de Calvinistische kerken staan bekend als “kerken van het Woord”, waar de verkondiging het allerbelangrijkste is, in het bijzonder in de eredienst. En dat doen wij trouwens niet zonder goede reden. Immers, de apostel Paulus is daar ook heel duidelijk in: “zo dan is het geloof uit het gehoor, en het gehoor uit het Woord van God” (Rom 10: 17). Door te luisteren naar het Woord van God leer je die God kennen die Zichzelf in Jezus Christus heeft bekend gemaakt. Natuurlijk kun je Gods nabijheid ook voelen door muziek, of in de natuur. Maar als je Hem wilt leren kennen, als je “Jezus wilt zien”…dan heb je het Woord nodig die het je vertelt. En om heel eerlijk te zijn…dat zou voldoende moeten zijn. Als wij een volmaakt geloof zouden hebben, zouden wij genoeg moeten hebben aan het woord. Dan zou het voldoende moeten zijn dat God aan ons Zijn wil bekend maakt, en wij zouden daarop in geloof antwoorden.

DOOR DE SACRAMENTEN
Maar de Heere kent ons…Hij kent onze gebreken en tekortkomingen. Hij weet hoe zeer wij gebonden zijn aan het zichtbare…aan deze fysieke werkelijkheid. En daarom gaf hij ons ook als middel tot het geloof: de sacramenten, doop en avondmaal. En het is ook echt gereformeerd om te spreken over de sacramenten als middelen die het geloof niet bewerken, maar versterken. Dus zodat een sacrament werkelijk haar doel bereikt is er ook geloof nodig. Zónder geloof blijven de sacramenten menselijke handelingen, die in zichzelf niets bewerken. Bijvoorbeeld: als een niet gelovige deel zou nemen aan het avondmaal (wat niet zou mogen), zou het voor hem niet veel meer betekenen dan een stukje brood en slokje wijn, maar zou zijn geloof niet gericht worden op het offer van Jezus aan het kruis. Ander voorbeeld: als een ongelovig mens gedoopt zou worden (wat niet zou mogen), of als ongelovige ouders hun kinderen zouden dopen (wat niet zou mogen), zou de doop niet veel meer betekenen dan een bad. En daarom worden de ouders ook bevraagd naar hun geloof – zodat ze zo ook deelnemen aan de zendingsopdracht van Jezus – mensen tot discipelen maken. Op welke manier? Door ze te dopen en ze te onderwijzen.
Dus het zit hem niet in het teken. In veel kerken wordt dat trouwens wél geleerd. Dat door de handeling van de doop er iets wezenlijks verandert in een mens. En daarvan wordt afgeleid: dat als je niet gedoopt bent, je niet zalig kunt worden. Nou…het enige wat nodig is voor de zaligheid is het geloof. Leest u maar eens de lijst met de namen van hen die genoemd worden in Hebreeën 11, de geloofsgetuigen. En kijkt u maar eens hoe vaak daar de doop genoemd wordt, en hoe vaak het geloof. Dus: geloof is hét enige middel tot de zaligheid. En het woord is het middel tot geloof, en de sacramenten zijn tot versterking van datzelfde Woord. Het zit hem niet in de menselijke handeling van de doop dat de mens tot kind van God gemaakt wordt. Het zit hem niet in de menselijke handeling van de doop dat de mens Gods Geest ontvangt. Het zit hem niet in de menselijke handeling van het eten en drinken van brood en wijn dat de mens deel krijgt aan het offer van Christus. – Maar al deze handelingen verwijzen wél daarnaar dat het offer van Jezus écht was. Met andere woorden: ze doen ons in geloof zien op Jezus. Met deze vragen zou ik jullie vandaag weg willen sturen: hebben wij het verlangen om Jezus te zien? In Woord en sacrament? En sterker nog…laten wij Jezus zien aan anderen? Want voor al deze vragen hebben wij iets nodig: de werking van Gods Heilige Geest. Waarom wij vrijmoedig mogen vragen.

Trouwens…weet u hoe het is afgelopen met de Grieken die Jezus zochten? “Wij willen Jezus zien” – wij lezen niet dat ze hem hebben gezien. Als antwoord geeft Jezus onderwijs over de betekenis van Zijn dood. En hij eindigt met de woorden: En Ik, als ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken. – Alle ogen gericht op Hem die van de aarde verhoogd werd op een houten kruis. Alle ogen gericht op Hem die van de aarde omhoog is gevaren in de wolken, totdat Hij terug komt en elk oog Hem zal zien. AMEN

Preek van Csongor A. Kelemen, verkondigd in de Lutherse Kerk te Zwolle op 12 januari 2025