Bij de doop wordt het kind gedoopt in de naam van Jezus

Zwolle, 13.08.2023.

Lezen: Joh 17:20-26

20En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven,

21opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.

22En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn;

23Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.

24 Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld.

25Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar Ik heb U gekend, en dezen hebben erkend dat U Mij gezonden hebt.

26En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen.

Tekst: Johannes 17, 23b en 24b + 26b

………………………………………………………………………..

Geliefde broeders en zusters, gemeente van onze Heer,

  1. De tekst benadrukt Gods liefde voor Jezus. Het gaat (ook) over Jezus’ missie, zijn zending op aarde, onder de mensen. “Ik kwam opdat de wereld zou herkennen dat je me gezonden hebt en hen liefhad zoals je van mij hield. nog voor het begin van de wereld.”

Wat voor God is het die zijn zoon de dood in stuurt? Is dit een God van liefde? Waarom is zoiets goed voor ons?

Gods liefde openbaart zich niet in de dood aan het kruis. Niet de dood is het ultieme teken van liefde. Velen worstelen hiermee. Want God heeft deze wereld zo liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven. Hij gaf Hem, in de zin van: hij liet hem gaan, liet hem los, liet hem doen wat Zijn werk van verzoening was. God heeft en geeft die vrijheid. De profeet Jesaja beschrijft de komende Messias, die de lijdende dienaar van de Heer is: “Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen..” (Jesaja 53:5)

De Vader aanvaardt het offer van de Zoon omdat Hij het alleen van Hem kan aanvaarden, alleen Hij, Jezus, is ertoe in staat. Jezus is het lam dat, door zichzelf als offer te geven, alle dingen verkreeg en de eeuwige dood overwon – de dood in de zin van gebrokenheid, ondraaglijke last van zonde en schuld, totale verlatenheid, doelloosheid, het gevoel van nietigheid en niet-bestaan, God-loosheid. Zo werd Jezus, door de dood in te gaan en levend te worden, de bevrijder, de verlosser voor alle mensen.

Daarom moeten we niet stoppen bij het offer van Christus. Want Gods liefde wordt uiteindelijk niet geopenbaard in een offer, alsof de Vader de zoon heeft geofferd, maar in verheerlijking. Dat Jezus zegeviert en dat voor Hem alle mensen hun knieën buigen. Zoals we in Filippenzen lezen, “dat elke knie zich moet buigen voor de naam van Jezus, hemels, aards en ondergronds; en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is tot eer van God de Vader.”

Bij dit alles is wordt ook een profetie werkelijkheid. De psalmprofetie uit Psalm 22:

28Alle einden der aarde zullen eraan denken en zich tot de HEERE bekeren: alle geslachten van de heidenvolken zullen zich voor Uw aangezicht neerbuigen. 29Want het koningschap is van de HEERE, Hij heerst over de heidenvolken. 30Alle groten der aarde zullen eten en zich neerbuigen.

Allen die in het stof neerdalen en hun ziel niet in het leven kunnen behouden, zullen voor Zijn aangezicht neerbuigen. 31Het nageslacht zal Hem dienen, en aan de Heere toegeschreven worden tot in generaties. 32Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen aan het volk dat geboren zal worden, want Hij heeft het gedaan.

Vandaag krijgen we inzicht in hoe de Heilige Schrift, in de beschrijving van Johannes de Evangelist, ons met Hem verbindt en ons met elkaar verbindt – door generaties heen, door de tijden heen.

  • gij, Vader, in mij, en ik in u:  Vader, moeder, ouders.

Een kind stamt van zijn ouders, groeit en vormt zich in het lichaam van zijn moeder tot de geboorte, en leeft in hen, zelfs na de geboorte, zolang zijn ouders leven. Of hij nu bij hen is of ver weg, ook al is hij door anderen opgevoed.

En de ouder leeft in het kind – de manier waarop hij eruit ziet, zijn haar, zijn huid, zijn bewegingen. En in de manier waarop hij spreekt, beweegt, glimlacht, denkt, handelt. 

Helaas is de vergelijking zwak: want er stamt ook veel kwaads uit, als ouders en kinderen op deze manier met elkaar verweven zijn. Kwalijke patronen, de ongezonde relaties, tekortkomingen, de fouten, de zonden.

Maar onze Heer Jezus en Zijn Vader laten ons kennismaken met een andere dimensie van de vader-kindrelatie, of moeten we zeggen de ouder-kindrelatie. Dit is het voorbeeld dat we in gedachten houden wanneer we het Bijbelgedeelte van vandaag horen, onderzoeken en bestuderen.

Jezus was al aanwezig bij de dageraad van de schepping, vóór alle tijden: Hij komt van de Vader en is één met de Vader.

In de woorden van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel:

“Ik geloof in de ene Heer, Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader vóór alle tijden, God uit God, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader, en door Hem zijn alle dingen geworden.”

  • Heerlijkheid

Doxa (Grieks), KaBoD (Hebreeuws), gloria (Latijn)

Betekenis: gewichtig, belangrijk, reputatie, respect, waardigheid, lof, aanbidding.

De stam of wortel van het woord doxa (dokeo) betekent denken, herkennen, erkennen; Glorie drukt dus ook waardering uit, dat wil zeggen reputatie, eerbaarheid, perfectie.

De heerlijkheid die je me gegeven hebt…

Jezus erkent en verwoordt wat hij als een geschenk van zijn Vader heeft ontvangen: heerlijkheid.

Wat betekent het? Dat iets gewicht heeft, van belang is, erkend wordt, belangrijk is, het leven waardig is. “Je wordt erkend”, zei mijn vader altijd, en ik heb hem dit vaak horen zeggen tegen iemand die een situatie opgelost had, iets goed gedaan had, hoe triviaal ook.

Het is een groot geschenk van vaders en moeders aan hun kinderen. Dat een kind erkend wordt omdat hij een plaats in de wereld heeft, dat hij groot is in zijn eigen recht. Vaderlijke erkenning is belangrijk. Hoeveel mensen brengen hun hele leven door met het zoeken naar de waardering van hun ouders, de liefdevolle woorden van vaders, de waardering van moeders?

Jezus heeft een relatie met de Vader waarin hij om bevestiging kan vragen, vooral in moeilijke situaties. Dit zogenaamde “Hogepriesterlijk Gebed” wordt door Jezus uitgesproken wanneer, na het Laatste Avondmaal op Witte Donderdag, Judas al is vertrokken om Jezus aan te klagen, en Jezus bij de discipelen in het bovenhuis blijft. In deze hogepriesterlijke voorbede vraag Jezus de Vader om hem te verheerlijken. Dat wil zeggen: geef gewicht aan wat ik zal doen, rechtvaardig de noodzaak en het belang ervan, sta er met erkenning achter, laat het niet in de steek, ondersteun het, prijs het. Heb me lief… “… de heerlijkheid die u mij gegeven hebt… want gij hebt Mij liefgehad vóór het begin der wereld.”

     Johannes 17:1 Nadat Jezus deze woorden had uitgesproken, hief hij zijn ogen op naar de hemel en zei: “Vader, het uur is gekomen: verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon u ook verheerlijkt,

 Johannes 17:4 Ik heb u op aarde verheerlijkt: Ik heb het werk gedaan dat gij mij hebt toevertrouwd te doen.

  Johannes 17:5 En verheerlijk mij nu, Vader, met u met de heerlijkheid die ik met u had voor het begin der wereld.

  • Maar er past nog meer bij. Er is nog meer ruimte in de liefdesrelatie tussen Jezus en zijn Vader. De eenheid van Vader en Zoon is als twee samengevouwen handen, met ruimte in het midden. “… Ik smeek niet alleen voor hen, maar ook voor degenen die in Mij geloven op hun woord” Joh 7,6) Dit is dus potentieel iedereen – gelovigen en iedereen die een gelovige kan zijn. Ooit, nu, en ook hierna.

Hier is ook onze plek. En hier kun je een echt werkende vorm van eenheid vinden. In de veilige en stevige samengevouwen handen van God, waar plaats is voor allen die in Hem geloven.

Eenheid is nodig ‘zodat de wereld kan geloven dat je mij gezonden hebt’.

Volgelingen van Jezus kunnen geen vijanden zijn, ze kunnen elkaar niet verloochenen, want dan wordt het navolgen van Jezus in diskrediet gebracht.

Heb je weleens een gezin gezien waarin kinderen vechten voor de liefde en waardering van hun ouders, zelfs tegen elkaar? Deze gevechten zijn niet altijd duidelijk, maar waar ze zich voordoen, kunnen ze een leven lang meegaan. Altijd die strijd: wie kreeg er meer erkenning, wie was er meer geliefd, wie was van vader, wie was van moeder. Is er eenheid in zo’n moeilijke situatie? Heeft zo’n gezin het vermogen om anderen aan te trekken, om een veilig, warm nest voor anderen te zijn? Dat is niet eenvoudig.

Zo is het ook onder volgelingen van Jezus. Een belangrijk doel in het zoeken naar eenheid is om aantrekkelijk te zijn, om het gezicht van God in de wereld te laten zien – om anderen uit te dagen om dichtbij te komen, om iedereen dichterbij te laten komen om naar het woord van Jezus te luisteren. Daarom is de eenheid van gelovigen in Christus, van christenen, belangrijk – NIET om bastions, kastelen, muren te bouwen die de gemeenschap van de buitenwereld blokkeren.

  • Onze eenheid met elkaar, in Gods handen, is een teken van Gods liefde in de wereld. Een wonder in de wereld, waarin zoveel onenigheid is. En daar is het Jezus om te doen: dat de hele wereld het erkent dat God liefde is, en dat Jezus door die liefde gezonden is, om die liefde gestalte te geven. Alles moet dat erkennen: de Kosmos, het geschapen Al. Zon, maan en sterren, zee en land, dier en mens, alles ‘dat gij mij gezonden hebt, en hen liefgehad zoals gij mij hebt liefgehad. Zodat de liefde waarmee gij Mij hebt liefgehad in hen mag zijn, en Ik in hen’.

Bij de doop wordt het kind, dat God toebehoort, gedoopt in de naam van Jezus. Om er deel van te zijn, om er één mee te zijn. Moge God geven dat zij, die we vandaag dopen, nooit uit deze liefdesband zal vallen – en wij ook niet.

Amen

Vertaling van een preek van Rebekka Hermán Mostert, verkondigd te Zwolle, op 13 augustus 2023